Popayan en verder.

We hadden gedacht in het witte Popayan een aantal dagen te blijven en ons er wat te amuseren. Maar het is een erg rustig stadje, eerlijk gezegd; niet veel te beleven, in een dag of zo wel gezien. Je kunt er wel een aantal excursies in de omgeving doen, maar dan ben je al gauw een paar uur in bus of taxi onderweg, of zelfs meerdere dagen. Er zijn warme bronnen, een nationaal park met een vulkaan en een belangrijke archeologische vindplaats op een dag rijden afstand. We konden ons ook met een jeep naar warme bronnen ergens hoog omhoog laten brengen en dan met de fiets terug naar beneden komen rollen. Maar dat kunnen we zelf beter. Dan is er het dorpje Silvia. Daar is het dinsdag weekmarkt, en dat kwam ons goed uit. We zijn erheen gebust, een uur en een kwartier. Ik moest op de heenreis achterin zitten en door het gedraai op de bergwegen werd ik een beetje misselijk. Maar het was de moeite, zie de foto’s.
Maar daarna vonden wij het wel genoeg in Popayan en wat doen wij dan? We gaan maar weer fietsen. We zijn terug noordwaarts gereden on 2 dagen later in Cali aan te komen, vanwaar dit berichtje komt. We hebben na de eerste dag met een mooie rit, die we al in tegengestelde richting hadden gedaan, overnacht in Santander de Quilichao. Weer een zwarte stad, nu met een enorme markt, ontzettend rommelig en veel troep. Een zootje. We hebben er goed overnacht en het was leuk te merken dat onze aanwezigheid als een lopend vuurtje door de stad was gegaan. Heel veel mensen reageerden op ons met “cyclistos” e.d. De rit naar Cali daarna was een beetje saai en gemakkelijk. Cali is een stad van 2,6 miljoen inwoners, waar we vrij vlot een bestemming gevonden hebben. We hebben op de busterminal al gekeken hoe het met de bussen naar Bogotà zit. Morgenavond nemen we een nachtbus, de fietsen kunnen mee is ons verzekerd.
We zitten in een vrij mooie wijk vlakbij het centrum. Cali is geen must see stad, we hebben tijd genoeg om de interessante plekjes te bekijken.

Reacties zijn gesloten.