Wat een arm land

Dat is wat we constateren na 4 dagen Laos. De mensen in de dorpen leven van landbouw. Op dit moment is alles gericht op de maisoogst en we zien ook wel wat rijst. Ze leven echt in armoedige hutjes. Als het regent zijn de dorpjes modderig, als het droog is erg stoffig, want niet geplaveid. De mensen zijn heel vriendelijk en de kinderen zijn niet te weerstaan. Met stralende gezichten roepen ze al van verre " Sabaidee’. Toch komt de reactie van de volwassen mensen ons minder blij over dan in China. Onze theorie is, dat het echte outcasts zijn, zonder enig perspectief. De kinderen gaan niet altijd naar school, want ze moeten helpen op het land en dat land ligt soms drie uur lopen van huis vandaan. Dat heeft weer te maken met de zogenaamde slash and burncultuur: regenwoud wordt gekapt en verbrand en de grond wordt vervolgens in cultuur gebracht. Na de oogst moet er 15 jaar worden gewacht eer het land opnieuw gebruikt kan worden. Dit om ervoor te zorgen, dat het regenwoud weer herstelt. Daardoor moet er steeds een nieuw stuk land in gebruik worden genomen. Dat kan dan dus ver van huis worden. Door de overbevolking dreigt deze vorm van landbouw bedrijven toch onmogelijk te worden zonder het regenwoud geweld aan te doen. Nieuwe projecten leren mensen nu compost te gebruiken, zodat ze het land vaker kunnen bebouwen. Gezien de armoedige staat van de hutjes en de primitieve levenswijze brengt de landbouw niet echt veel op is onze conclusie. In China is perspectief. Er wordt hard gewerkt aan de wegen. Het onderwijs verbetert. De omstandigheden van mensen verbeteren ook, zij het dat het accent ligt op de grotere infrastructuur, maar er ligt een betere toekomst in het verschiet en dat voel je als reiziger.

Reacties zijn gesloten.