Pluimentijd en fietsen verbindt

Een echt toeristenoord waar we nu zitten: Vang Vieng. Nadat we een paar dagen in de jungle slechts vijf andere fietsers, waarvan twee Nederlanders, tegenkwamen, stikt het hier van de falang, of westerlingen. Verbijsterend hoe een aantal backpackers, want we willen zeker niet generaliseren, hun tijd doorbrengen: liggend op een soort loungebedden, televisie-kijkend. ’s Morgens om elf uur al. We hebben een dagje rust nodig en gelukkig hebben we weer een mooi bamboehutje aan de rivier, ver van de drukke toeristenkermis (noemde Joost Franken Vang Vieng geen kermis? Goed waarnemer dan), maar behoefte om hier langer te blijven hebben we niet.

Over gezondheid: wat opvalt is dat we in Thailand menig dik kind zagen en in Laos geen enkel. De Thai verzetten dan ook geen meter zonder brommer of auto. Dat is echt Amerikaans. De Lao moeten wel lopen, want een ander vervoermiddel buiten de bus hebben ze meestal niet. Ze eten ook datgene wat het land en hun eigen erf hen biedt en geen vette happen. Welvaart is wel prettig, maar het vergt extra inspanning om gezond te blijven.

Pluimentijd: alle bewoners in de hutjes in de bergen snijden op dit moment grote rietpluimen van de bergen. Ze drogen deze, of in de zon gewoon op de weg, waar echt hele rijen liggen, of soms, om het proces te versnellen, boven het vuur. Ze slaan het zaad en het stuifmeel eruit, zodat je soms door een wolk van stuifmeel fietst, en bundelen er dan bezems van die door vrachtwagentjes worden opgehaald. Wat doen ze toch met al die bezems vroegen wij ons af. Maar er wordt wat afgeveegd in dit land. Het huis, de markt, het droge stof om het huis, want meestal is er geen gras en is het ongeplaveid in de straatjes en rondom de huisjes. Een stofzuiger heb ik nog niet gezien maar electriciteit is ook zeer schaars, dus dat heeft vast geen prioriteit.
De pluimen vormen dus een vorm van handel, evenals de bamboe, waar ze latten van maken, de bananen en mandarijnen die ze in stalletjes verkopen en de stoffen die ze weven. Kippen en varkens lopen gewoon over de weg, maar zijn ook het vlees dat ze in stalletjes en restaurantjes aanbieden. Er is dus wel enige handel, maar informeel, want het wordt voor zover wij kunnen zien nergens geregistreerd. Alleen in de grotere plaatsen krijgen we een rekening in het guesthouse, maar daarbuiten niet.

We hebben weer enkele fantastische bergetappes achter de rug met zicht op de bijzondere vormen van het karstgebergte. Frans moet bij het karstlandschap steeds denken aan schilderijen van onze oude meesters, die zich een voorstelling maakten van een berglandschap en dan van die romantische plaatjes schilderden. Dat landschap bestaat dus echt. Frans moppert wel eens dat wij dit soort ondernemingen niet meer zouden moeten willen op onze leeftijd. Hij praat soms echt al als een gearriveerd pensionaris, maar als de zware etappes achter de rug zijn is hij toch ook weer heel tevreden dat we dit gedaan hebben. We zouden heel veel gemist hebben als we dit met de bus hadden gedaan.

Omdat er zo weinig fietsende toeristen waren in het berggebied waar we uitkomen, is er meteen contact met andere fietsers. We hebben een halve dag opgetrokken met een Nederlands meisje, die op haar eentje fietste en we hebben opgetrokken met een Amerikaans stel. (Hij schrijft voor een Bike-magazine en fietst daarom overal in de wereld.) We hebben veel met hen gediscussieerd over de politiek van Bush en het leven in Amerika. Zij zijn erg tegen Bush en schamen zich voor de wijze waarop Amerika zich in de wereld manifesteert. Zeker ook in Laos, waar Amerika tijdens de Vietnam-oorlog een aantal bommen gooide, groter dan waar ook ter wereld. Hun opvattingen strookten dus wel met de onze. Hun schaamte komt overeen met wat Duitsers wel tonen ten opzichte van hun wereldoorloggedrag. Om hun gedrag (zij het dat het de politiek van de vorige generatie is) enigszins goed te maken ontvingen ze ons onderweg met koffie op een terras waar we uiteindelijk samen een onverwachte tussenstop maakten. Het bleek te liggen bij een warme bron, waar we verrast werden door prachtige piepkleine nieuwe bamboebungalowtjes en natuurlijk het bad in de warmwaterbron. Heerlijk. En dan natuurlijk ’s avonds weer samen eten in het enige restaurantje in de buurt en discussieren in de kou, want dat was het daar wel daar boven op de berg. En dan nu weer de confrontatie met een uitwas van onze westerse maatschappij. Morgen gaan we richting Vientiane, de hoofdstad en daar doen we wel weer een paar dagen over. Ik geloof dat we een goede balans hebben tussern inspanning en ontspanning. In elk geval geniet ik met volle teugen van deze vrijheid. Het is heerlijk niet steeds te hoeven denken dat het volgende week al weer afgelopen is. Niet al je vakantie hoeven beeindigen als je net het gevoel hebt de zaken in een land door te krijgen. Een sabbatical van een jaar is misschien ook wel wat? Hoewel Frans er niet aan zou moeten denken. En ik misschien ook wel niet..
Eveline

Reacties

Pluimentijd en fietsen verbindt — 2 reacties

  1. Echt leuk om jullie op deze manier te volgen. Nog veel fiets-plezier en tot de volgende keer. Hebben jullie ondertussen nog geen zadelpijn of andere pijntjes? Of misselijk/ziek van het eten? 😕

  2. Dank je wel Eveline voor het stukje informele economie waar ik nu kennis van kan nemen. Je mag hopen dat die ondernemingszin nog lang blijft bestaan en ze er in slagen om een “ecologische economie” op te bouwen. Apart ook die ontmoetingen met nederlanders. Procentueel een hoge kans blijkbaar om iemand uit dit kleine landje tegen te komen. Echte nazaten van onze handelsreizigers. Jij wilt nog niet denken aan terugreizen. Ik verheug me al op de verhalen en de stimulans die dat op mij zal hebben voor ook zo´n avontuur. Voor mij klopt dit: inspanning, ontspanning en veel inspirerende contacten en verbinding met de plek waar je bent en zijn geschiedenis en toekomst. Verzamel maar veel verhalen!
    Groetjes en liefs
    Ria