Bali is een paradijselijk mooi eiland. Iedere keer weer constateer ik dat als we onderweg zijn. Het landschap is soms adembenemend. Groene rijstvelden, palmbomen, soms onverwacht zicht op de zee en altijd weer de bergen. Er is fruit in overvloed en dat is verwennen bij het ontbijt, tussendoor enz. Er is altijd verse vis. De mensen zijn ontzettend aardig. Het klimaat blijft vochtig en heet, maar het went. Bali is wel erg druk bevolkt. Dat merken we op de wegen. Ook de kleine binnendoorweggetjes zijn bijna nooit echt rustig. Vooral brommertjes. In de andere landen die we per fiets bereisden, lagen de woonplaatsen veel verder uit elkaar. Dan is er vanzelf minder verkeer. Onze verblijfplaatsen zijn soms werkelijk koninklijk, zoals in het Waterpaleis. We betaalden daar ongeveer 35 euro. Eigenlijk vind ik dat te veel geld. Je went kennelijk ook aan lage prijzen. Gelukkig is Frans in dit geval degene die zich afvraagt waar we het over hebben. In Nederland kom je voor dat geld geen behoorlijk hotel binnen. Zo’ tweede honeymoongevoel loont zich dan vanzelf weer.
Soms treffen we het minder met de verblijfplaats. Vannacht logeerden we in een werkelijk aftandse bungalow (afgebladderde muren, stopcontacten die loszitten, kranen die lekken) met een restaurant waar het eten ronduit slecht was. Wel vlak aan zee en vanochtend werden we gewekt door de opgaande zon. Gelukkig was de rekening, inclusief ontbijt en diner met 10 Euro rond en veroorloven we ons momenteel weer luxe. We verblijven nu in een meer toeristische plaats en ik vind het ook wel weer lekker om een beetje de toerist uit te hangen. Beetje winkeltjes kijken, terrasje doen, lezen..
Morgen gaan we weer naar een koeler gebied, want richting bergen en dan moetern we helaas gaan aftellen.