Oost-Colombia

De afgelopen week hebben we door Oost-Colombia gefietst en dat blijven we ook nog wel even doen, de grens met Venezuela is niet echt ver. En oh wat is dit een mooi land. Het is heel bergachtig, groen, veel mooie bloemen, aardige dorpjes met mooie centrale pleinen, behalve Barbosa. Dat is een drukke stad zonder charme. En San Gil, een backpackersplaats, is voor ons ook niet aantrekkelijk. We blijven hier wel een dag om het nabije Barichara, te bezoeken en om een dagje uit te rusten. Barbosa en San Gil zijn heel druk met verkeer en dan roepen nog allerlei mensen om zaken te verkopen, en rijden er geluidswagens rond om reclame te maken. Kortom drukte. Villa de Leyva was de rust zelve. Geen verkeer in de binnenstad en een lekker rustige hospederia. Oiba, waar we na Barbosa aankwamen, bleek een heel leuk dorpje te zijn. Witte huisjes, kleurige deuren, leuk centraal pleintje, waar ’s middags de kinderen spelen. ’s Avonds is het een soort hangplek voor jongeren. Ons hotel, Villa Buganvillia, was een genoeglijk hotel met een terras waar je lekker kon zitten. En tot nu toe hebben we ons overal veilig gevoeld.

Oost Colombia bevalt ons dus qua landschappelijk schoon, leuke dorpjes, veiligheid, aardigheid van de mensen, uitstekend. Maar: Fietsen in Oost-Colombia, dat is erg zwaar zeg. Zwaarder dan we ooit gehad hebben denken we, maar dat kan herinneringsvervaging zijn. Het is heel bergachtig, met heel steile hellingen. In 1 week blijken we 3000 meter te hebben geklommen, terwijl we toch steeds lager komen en daar zit 1 dag bij van 900 meter. Op zich moet dat wel gaan, maar de steile hellingen, soms 16%, kosten erg veel energie. Op onze zwaarste dag hebben we over bijna 70 km zo’n 5 uur gedaan. Mijn beste marathontempo zo ongeveer.

De bevolking

Opnieuw ervaren we heel veel hartelijkheid en belangstelling. We worden veelvuldig aangemoedigd door claxonnerende automobilisten. Ook worden we gefilmd. Vaak gaan onderweg de duimen omhoog en roepen mensen naar ons. Op een steile helling kregen we van een automobilist twee flesjes koud water door zijn raampje aangeboden. En toen we in een restaurant een beetje klaagden over het vele stijgen en dalen bood een man spontaan aan ons een stuk mee te nemen. Die hartelijkheid komt dus niet alleen in AziĆ« voor. Mensen willen ook weten hoe wij Colombia vinden. Is het bonito? Dat bevestigen wij natuurlijk in alle toonaarden. De bevolking is erg westers gekleed. Er is geen sprake meer van traditionele kleding, zoals toen wij een jaar of 10 jaar geleden in Peru en Bolivia waren. Opvallend is het aantal militaire- en politiecontroles. Ooit gestart om de veiligheid op straat te waarborgen. Ze controleerden toen alle auto’s en motoren. Nu doen ze dat steekproefsgewijs, maar hun aanwezigheid werkt kennelijk preventief. Het gebied waar we nu doorheen gefietst zijn is ook tamelijk welvarend. Diepe armoede hebben we, op een enkele bedelaar na, nog niet gezien. Ik moet hierbij wel nadrukkelijk zeggen: hebben wij nog niet gezien. Onze reisgids (2008) geeft namelijk aan, dat een groot gedeelte van de bevolking onder de armoedegrens leeft en moet leven van 1 dollar per dag In Bogota waren wel enkele krottenwijken, maar daar zijn we niet echt geweest (een stukje langsgereden met de fiets bij het verlaten van de stad). Het leek eerder een randverschijnsel dan veel voorkomend. Er zijn veel mooie huizen onderweg, maar ook heel eenvoudige winkeltjes waar de mensen zelf wonen en waar je ook kunt zitten om wat te drinken. Dat lijkt wel op Aziatische toestanden. Alles open en toegankelijk voor iedereen, wat betekent dat er voor de bewoners weinig privacy is. Dat is wel economische noodzaak vermoed ik.

Garderobe

Wat neem je als vrouw mee op de fiets om er ook nog een beetje leuk uit te zien? Die vraag is me al meerdere keren gesteld, dus mijn garderobe: In verband met de veiligheid en de vele bergen en steile afdalingen hadden we besloten voortaan met een helm op te fietsen. Ik vond dat eerst niet leuk, want mijn haar komt er zo plat onderuit. Ik draag nu een sjawltje of haarband onder mijn helm, zodat ik als ik mijn helm afzet ook nog toonbaar ben. En ik moet zeggen: ik ben gecharmeerd van de helm. Er zit een zonneschermpje op, zodat mijn ogen in de schaduw zitten en ik zelfs geen zonnebril op hoef. Dat is namelijk extra warm. Ik hoef me ook geen zorgen te maken over de zonnebrand op mijn hoofd. En Frans vindt dat het me leuk staat. Die helm dient dus meerdere doelen. Zo ook mijn hardloop odlo. Rondom Bogota was het ’s morgens erg koud. Dan droeg ik de odlo over mijn fietsbroek. ’s Avonds heb ik hem onder mijn zijden kreukrok (net over de knie) gedragen. Met de laarsjes, die ik thuis eigenlijk niet meer draag, maar voor de reis en de koude in Bogota had meegenomen, zie ik er supermodern uit. Ik heb daarnaast nog een lange zijden kreukrok bij me. Een fietsbroek en een fietsrokje, een dikkere langebroek, 2 shirtjes met lange mouwen, 2 met korte mouw, 2 hemdjes, een paar sokken, sportschoenen en sandalen. Een bh en drie onderbroekjes. En dan nog een grote sjalw, die ik ook als rokje kan dragen. We wassen regelmatig in de hotels waar we zijn, dus dat gaat prima. Naast mijn garderobe heb ik natuurlijk toiletspulletjes bij me en ook nog 6 leesboeken, want zonder kan ik niet.

Eveline

Reacties zijn gesloten.