Straatbeeld in Phnom Penh

Na drie dagen in de drukke stad vinden we het wel genoeg. Als voetganger kun je hier geen gebruik maken van de trottoirs. Deze staan namelijk vol met geparkeerde, buitenproportioneel grote, auto’s en brommertjes. Er zitten of liggen mensen, soms zelfs met bed en al, soms hebben mensen er een restaurantje gemaakt, of een winkeltje, of ze hebben er een groot wasrek neergezet, waar ze hun was te drogen hangen. De straatverlichting is slecht, zodat je ’s avonds ook nog eens gevaar loopt jezelf te verstappen door een verzakking in het trottoir, of een omhoogkomende tegel. Dus lopen we op de weg, waar auto’s, brommers, tuk-tuks en fietstaxi’s proberen elkaar niet te raken. Er zijn veel bedelaars en verminkte mensen. Meer dan we elders in Azie hebben gezien. Schuldgevoel koop je wel af door nog maar een dollar voor die man met één arm of één been. En we wennen ook wel aan het verkeerslawaai. Natuurlijk zijn er ook rustiger straten en parken, maar we vinden het niet erg morgen richting kust te fietsen. Daar zijn we na 2 dagen en daar blijven we ook minstens twee dagen. Daarna gaan we richting Mekong Delta in Vietnam. Onze hoteleigenaar heeft een visum van drie maanden voor ons geregeld. Hij belde even met ‘mijn vriend bij de ambassade’ , nam ons paspoort en een paar pasfoto’s mee en de andere dag hadden we het visum. Dat kostte ons weliswaar 105 dollar per persoon, maar we hebben daar nu ook geen zorg meer over. In Battambang hebben we het zelf geprobeerd, maar daar kregen we alleen een visum voor 15 dagen, of we waren ons paspoort minstens drie dagen kwijt en opsturen naar Phnom Penh lag al helemaal niet in het denkvermogen van de ambtenaar. Tot zoverPhnom Pen.

Eveline

Reacties zijn gesloten.